zaterdag 1 november 2014

Boekverslag: De kleine blonde dood.


























Mening van het boek:

Ik vond het een goed boek, maar vooral een aangrijpend verhaal. Wat me aansprak was de jeugd die Boudewijn had, en dat het overlijden van zijn vader  hem aangreep. Ik vond de manier waarop het boek was ingedeeld (2 verhalen door elkaar in 1 boek) niet verwarrend omdat het logisch was opgebouwd. Dit komt ook door de schrijver die in sommige stukken een terugblik naar vroeger deed. Ik vind dat de titel niet helemaal klopt, omdat het verhaal meer gaat over de jeugd die Boudewijn heeft gehad in Wassenaar en de herinneringen aan zijn vader (Reinier Büch). Maar ondanks alles vind ik het een goed verhaal.

Samenvatting van het boek:

Het boek is opgebouwd uit negentien korte hoofdstukken. Er lopen twee verhalen door elkaar. Het eerste verhaal gaat over Boudewijn en zijn vader Rainer Büch. Het tweede verhaal gaat over Micky, het zoontje van Boudewijn en Mieke.
In het eerste hoofdstuk gaat de 7-jarige Boudewijn, die bij zijn ouders met vijf broers (zijn op dat moment nog niet allemaal geboren) in Wassenaar woont, op schoolreisje naar een speeltuin ergens in Nijmegen. De leerlingen zullen ook een paar stappen op Duitse bodem mogen zetten. Boudewijn mag van zijn vader beslist niet in Duitsland komen. Als hij voor zijn vader een “landkaartje” (vlinder) wil vangen, komt hij op verboden gebied, en wordt hij aangehouden door twee grenswachters, die hem terug brengen naar de bus. Als Rainer door Boudewijns’ enthousiasme hoort dat hij in Duitsland is geweest, wordt hij woedend en trapt de vlinder kapot (“Ik wil geen Duitse vlinders”). Rainer Büch is namelijk van joodse afkomst en is voor de Tweede wereldoorlog uit Duitsland naar Nederland gevlucht, om tegen Duitsland te vechten, Hij zat bij de luchtmacht. Hij heeft hiervoor verschillende onderscheidingen gekregen, maar ging zich na de oorlog raar gedragen. Hij is namelijk anti-Duits, maar aan de andere kant gebruikt hij bij de reserve politie waar hij bijzat  hard militair optreden,is wat tegenstrijdig .


De moeder van Boudewijn is van Italiaanse afkomst. Als haar man in woede uitbarst, haar en de kinderen slaat en het huisraad stuk gooit, vraagt zij hem te kalmeren en ruimt ze de rommel na afloop weer op. Haar pogingen om het gezellig in huis te maken mislukken altijd door de buien van haar man. Boudewijn heeft aan de ene kant enorme bewondering voor zijn vader (vlinders verzamelen, banden plakken, wandelen en praten) maar snapt aan de andere kant zijn gewelddadigheden niet. Zijn vader lijdt aan hevige stemmingswisseling.
Moeder wil niet dat er een televisie in huis komt, want ze is bang dat haar man dan naar series over de oorlog gaat kijken en daar niet tegen zal kunnen. Verhalen op de radio over de oorlog vormen al een probleem. Vader merkt na zijn terugkomst uit Mexico dat er iemand in zijn geheime kastje is geweest. Daarin bewaarde hij boeken en foto’s over concentratiekampen. Na wederom een woedeaanval is het huis te klein.

Zijn functie als (onder)hoofd van de reservepolitie is erg tweeslachtig. Hij is ontzettend fanatiek in het bekeuren van Duitsers, maar stelt zich aan op Koninginnedag bij het marcheren met de reservepolitie waardoor hij zelfs de krant haalt. Na dit voorval doet hij van enkele onderscheidingen afstand. In het legermuseum, waar hij met de inmiddels 10-jarige Boudewijn naar toe gaat, vernielt hij een pop omdat naar zijn idee de epauletten niet goed zaten. Hij vereert koningin Juliana (haar man helaas niet), militaire parades en vlaggen. Boudewijn krijgt door de problemen thuis zenuwaanvallen en wordt gedurende bijna een jaar naar een inrichting in Brabant gestuurd, waar de boslucht hem goed zou moeten doen. Het is voor Boudewijn echter een verschrikkelijke tijd. Het ergste vindt hij dat lezen verboden is. Als hij na een jaar “ongeneeslijk” naar huis wordt gestuurd blijken de buikpijnen waar hij al twee jaar aan leed een verwaarloosde blindedarmontsteking te zijn, inmiddels is het een buikvliesontsteking, en raakt hij in de ambulance op weg naar het ziekenhuis voor enkele weken in een coma. Rainer zit constant naast zijn bed. Door zijn coma krijgt Boudewijn infusen in zijn armen, maar omdat deze niet goed zijn geplaatst, wordt voor een korte tijd een arm verlamd. Jaren later zal hij (alleen) hiervoor ƒ150,- schadevergoeding ontvangen. Bij de thuiskomst krijgt Boudewijn een fiets en een boekenkast. Iedereen is blij. Tijdens een wandeling vertelt Rainer aan Boudewijn dat het gezin katholiek is geworden. Het joodse geloof blijft een beter geloof, zegt hij, maar je moeder en ik vonden het beter zo. Als Rainer bemerkt dat een van zijn kinderen kikkers opblaast leest hij zijn zonen voor uit “Wissenschaft ohne Menslichkeit”, verslagen van medische experimenten van de nazi’s. Onkel Jobab, de enige levende familie (broer) van Rainer is hiervan een van de slachtoffer, hij is namelijk gek in zijn hoofd. Als de ouders van Boudewijn al geruime tijd gescheiden zijn, krijgt hij een brief van zijn moeder, met een ingesloten kopie van de rouwkaart van zijn vader. Ondanks alle narigheid die er is  geweest , grijpt het overlijden van zijn vader hem erg aan. Twee weken na het overlijden van zijn vader ontvangt hij nog een handgeschreven brief van hem, die hem door zijn vijfde vrouw toegestuurd werd. Slechts de laatste zinnen typt hij over, de rest verbrandt hij. De brief wordt een obsessie voor hem (De grootste kwelling die mijn vader mij had aangedaan). Boudewijn vermoedt dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd, later krijgt hij dit bevestigd. Hij heeft zijn vader voor zijn overlijden nog één keer bezocht. Zijn vader woont met een 18-jarige Deense vrouw, Astrid Nisgren. Boudewijn vertelt dat hij homoseksueel is, een vrouw in verwachting heeft gemaakt, hasj gebruikt en een agent heeft getrapt. Zijn vader trekt wit weg.

Het tweede verhaal gaat over Micky. Micky is het zoontje van Boudewijn en Mieke, de voormalig Engelse lerares van Boudewijn, die 14 jaar ouder is. Boudewijn was totaal nog niet toe aan een kind, maar als hij bemerkt dat Mieke aan de drank is neemt hij een deel van de verzorging op hem. Boudewijn en Micky wonen een jaar samen met Fleurette, een jongensachtige vouw die een dochter heeft. Nadat Fleurette en haar dochter het huis hebben verlaten, menen Boudewijns’ vrienden dat hij mee moet gaan naar Parijs, wat al eerder geregeld was. Hij vertrouwt Micky toe aan Gerda, de beste vriendin van Mieke, met de voorwaarde hem niet aan Mieke te geven. Bij zijn terugkomst blijkt Gerda hem wel aan Mieke te hebben meegegeven, en dat hij bij haar van de trap gevallen is. Hij ligt in het ziekenhuis in coma. Boudewijn gaat eerst bij Mieke langs, vervolgens richting ziekenhuis. Daar wacht hem een veel grotere schok, de val van de trap


Zes jaar na de crematie bezoekt Boudewijn voor de krant een open dag van het crematorium. Nadat de reportage in de krant heeft gestaan, krijgt Boudewijn een boze brief van de directeur. Nu overvalt hem een groot verdriet. Als hij iemand op het station hoort zeggen: ”rouw verjaart niet”, weet hij dat hij het verhaal kan schrijven.

In het laatste hoofdstuk vertelt Boudewijn enkele herinneringen niet groter dan een postzegel die hij koestert. Ze gaan over fijne momenten met zijn vader Rainer en zijn zoontje Micky. Opvallend zijn de parallellen zoals bijvoorbeeld het kapotje op het strand.

(scholieren.com)
Ik heb gekozen voor opdracht B de verschillen tussen film en boek:

Verschillen tussen film en boek:

  •  Boudewijn Büch heet in de film Valentijn Boecke
  •  Mieke’s vriendin Gerda wordt in de film ingeruild voor Valentijns advocaat/vriend Harrold
  • In het boek wordt veel over Boudewijn in zijn jeugd en over zijn familie gesproken. De film gaat bijna alleen over Boudewijns tijd met Micky. Alleen het schoolreisje en de regeling van het verkeer door vader Büch zijn de twee dingen die hier buitenom meespelen.
  • In de film speelt geen Fleurette mee.
  • Het boek is on chronologisch, maar de film daarentegen is chronologisch, afgewisseld met een paar kleine flashbacks door gedachtes.
  • De vakantie in Italië in het boek wordt ingewisseld voor een vakantie in Nederland aan zee.
  • In het boek neemt Boudewijn,Micky in huis omdat Mieke steeds aan de drank is. In de film neemt Boudewijn Micky in huis omdat Mieke hem geslagen heeft op zijn feestje. 
  • In het boek vindt Mieke het niet leuk dat Micky bij Boudewijn komt, maar in de film begint valentijn een recht zaak om Micky te kunnen houden.
  • In het boek schrijft Boudewijn en dicht een beetje, in de film treed Valentijn op met zijn gedichten. 
  • In het boek krijgt Boudewijn een brief van zijn vader, na zijn overlijden. In de film krijgt Boudewijn het kistje met de verschrikkelijke foto’s van de oorlog van zijn vader, na zijn overlijden.
  • In het boek worden de stekkers van de apparaten die Micky in leven hebben gehouden er door de dokters uitgetrokken. In de film trekt Boudewijn ze er zelf uit.
  • In het boek bezoekt Boudewijn Mieke nog één keer, voor de zakelijke dingen. In de film staat Mieke bij de uitgang van het crematorium te wachten en lijkt het toch nog goed te komen tussen die twee.