Mening van het boek:
Gerbrand Bakker weet met veel gevoel een mooi verhaal op papier te zetten, zodat je het verhaal bijna voor je ziet spelen. Als lezer blijf je bij het verhaal en lijd het je niet af. Het boek blijft je vanaf het begin tot aan het eind boeien en je word als ware in het boek getrokken omdat je erg met hen meeleeft, alsof je zelf in het verhaal zit en de gebeurtenissen rondom jezelf afspelen. Daarnaast is het verhaal mooi opgezet. Er is duidelijk nagedacht over de volgorde van de gebeurtenissen. Eerst spelen de kinderen het spel zwart, en vervolgens moeten de ervaringen van dat spel gebruikt worden in het dagelijkst leven. Ik raad dit verhaal dan ook aan iedereen aan. Dit boek moet iedereen gewoon gelezen hebben. Ook als je eigenlijk helemaal niet van lezen houdt. Ik denk dat ik dit boek wel kan toevoegen aan mijn favoriete boeken in mijn leesautobiografie.
Samenvatting van het boek:
De tweeling Klaas en Kees speelt regelmatig met hun jongere broertje Gerson het spel zwart. Het spel zwart houdt in dat ze geblinddoekt bepaalde grafstenen op de begraafplaats achter het huis moeten vinden. Dagelijks wordt dit spel gespeeld en de kinderen krijgen er steeds meer handigheid in.
Op een dag gaan de kinderen en hun vader Gerard met hun oude autootje op pad naar opa en oma. De kinderen houden ontzettend veel van hun opa en oma en hebben er dan ook veel zin in. Onderweg besluit Gerard een omweg te nemen, want de kinderen vinden het zo leuk om langs de perenbomen te rijden. Zodra ze langs de perenbomen rijden ontstaat er een discussie. De tweeling beweert dat de perenbomen roze groeien, maar Gerson daarentegen beweert dat de perenbomen wit bloeien. Tijdens het rijden door blijven ze over de kleur van de perenbomen discussiĆ«ren en iedereen blijft bij zijn standpunt. Na een paar minuten naderen ze een kruispunt. Hier rijdt een rood autootje, dat Gerard voorrang had moeten geven, in op hun eigen oude autootje. Gerson zit voorin en raakt helemaal bekneld. Het enige wat hij nog kan roepen is ‘au’. De hond, Daan, is met het ongeluk door de voorruit gevlogen. Gerard heeft alleen glassplinters en wonden in zijn gezicht, Kees heeft een gebroken arm en Klaas mankeert niks. Omdat Gerard en Kees dus wel wat letsel aan het ongeluk hebben overgehouden, worden zij gelijk met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
Klaas blijft bij Gerson en ziet hoe hij door de brandweer uit de auto gehaald wordt. Onmiddellijk wordt Gerson afgevoerd naar het ziekenhuis en Klaas besluit om mee te gaan met de ambulance. Ook het hondje Daan gaat mee, maar omdat hij uiteindelijk niet het ziekenhuis in mag wordt hij voor het ziekenhuis aan een lijntje vastgezet. In het ziekenhuis blijkt dat Gerson onmiddellijk geopereerd moet worden. Zijn mild wordt eruit gehaald en zijn gebroken arm wordt vastgezet met pinnen. Daarnaast blijkt dat hij in coma ligt en ook nog eens blind geworden is. Het gezin van Gerson gaat een ontzettend moeilijke tijd tegemoet. Ze besluiten wel om zoveel mogelijk bij hem te zijn, en ook het hondje Daan mag regelmatig op bezoek komen. Na ongeveer een week goed verzorgd te zijn, komt Gerson ineens uit zijn coma. Het eerste wat hij zegt is dat perenbomen wit bloeien. Het gezin is blij verrast en weet niet zo goed hoe het moet reageren. Na een tijdje mag Gerson het ziekenhuis verlaten en moet hij thuis om leren gaan met zijn handicap. Hij is dus blind en kan niks meer zien. De tweeling probeert hem zoveel mogelijk te helpen, maar regelmatig ziet Gerson het niet meer zitten. Ook proberen ze nog een keer het spel zwart te spelen. Maar omdat Gerson helemaal niks meer kan zien gebeuren er allerlei ongelukken en besluiten ze om ermee te stoppen.
Na een paar maanden mogen de kinderen bij hun opa en oma gaan logeren. Als ze daar eindelijk zijn spreekt Gerson naar zijn broers uit dat hij voor altijd op die plek wil blijven. Hij voelt zich daar goed en wil eigenlijk niet meer terug naar huis. ’s Avonds besluit hij om een rondje langs het meer te gaan lopen. Zijn oma, Anna, vindt het niet zo een goed idee maar de tweeling en opa vinden dat Gerson ook moet leren om zelfstandig te zijn. Daarom gaat Gerson samen met het hondje Daan een wandeling langs het meer maken. Hier raakt Gerson uiteindelijk in het water. Hij gooit zijn stok in het water en laat zichzelf vervolgens in het water vallen. Gerson verdrinkt en het hondje Daan ziet hoe zijn baasje verdrinkt. Uiteindelijk wordt Gerson op de plaats waar hij vroeger altijd speelde begraven. Het gezin moet door proberen te gaan met leven, maar vindt dit ontzettend moeilijk.
(scholieren.com)
Ik heb gekozen voor opdracht F het maken van een Mindmap over dit boek.
zou ik mogen vragen met welk progamma u deze mindmap heeft gemaakt?
BeantwoordenVerwijderen